‘Je moet scherp aan de wind zeilen, anders blijf je niet’
In 2000 splitsten Rinus van der Zijl en zijn drie broers hun bedrijf met 300 melkkoeien op. Rinus startte in Nijeholtpade een nieuwe bedrijf met 80 melkkoeien, dat inmiddels is uitgegroeid naar 350 melkkoeien. Met drie zonen in de startblokken lijkt de geschiedenis op het Friese platteland zich te herhalen. Bijgestaan door deskundige adviseurs kijken de ondernemers met een positieve en open blik vooruit.
‘Alle neuzen moeten dezelfde kant op staan en dat betekent heldere afspraken met elkaar maken’, is de ervaring die Rinus opgedaan heeft uit de tijd dat hij met zijn broers in maatschap zat. Inmiddels zit hij met zijn drie zonen Jan (27), Egbert (23) en Bertus (21) aan tafel en is de stip op de horizon helder: een volwaardig bedrijf voor alle drie de broers. ‘Net zoals ik het destijds met mijn broers heb gedaan. Het draaiboek ligt klaar’, vertelt Rinus.
Harmonica
Dat dit geen standaarddraaiboek is, is duidelijk. ‘Mijn vader en zijn broers hebben het bedrijf laten groeien om het vervolgens te splitsen in kleinere zelfstandige bedrijven. Die laten we weer groeien zodat we straks weer kunnen splitsen, als een soort harmonica’, vertelt Jan. Hij houdt zich voornamelijk met de machines en het landwerk bezig, terwijl Bertus verantwoordelijk is voor het voeren. Egbert en Rinus richten zich met name op de fokkerij en koeien.
Eigen verantwoordelijkheid
Hoewel ieder zijn eigen verantwoordelijk krijgt en neemt, weten ze alle vier wat er binnen het bedrijf speelt en kunnen ze elkaars taken overnemen. ‘We houden elkaar goed op de hoogte. Als Bertus het rantsoen aanpast, dan weten mijn vader en ik dat we de mest extra in de gaten moeten houden’, noemt Egbert als voorbeeld. ‘Natuurlijk hebben we weleens verschillende ideeën, maar dan gaan we met elkaar om de tafel en komen we er altijd wel uit’.
‘We zoeken iemand die een stap verder denkt en waarbij je het gevoel hebt dat je elkaar kunt versterken’
Per kg melk wat overhouden
De ondernemers zitten niet alleen met elkaar, maar ook met verschillende adviseurs om de tafel. ‘Het is de kunst om de wetgeving voor je in plaats van tegen je te laten werken. Daarom zitten we ook met adviseurs van buiten de sector aan tafel. Je moet scherp aan de wind zeilen, want anders blijf je niet. Een grote boer is niet een boer met veel koeien, maar een boer die per kilogram melk wat geld overhoudt’, is de overtuiging van senior.
Direct naar hoofdstuk 4 en 5
En ook in de advisering is het ondernemersgezin niet op zoek naar standaardantwoorden. ‘We zoeken iemand die een stap verder denkt en waarbij je het gevoel hebt dat je elkaar kunt versterken’, stelt Egbert. Toen vorig jaar het celgetal bij de koeien opliep kwamen de adviezen uit verschillende hoeken. ‘De meeste adviseurs bleven bij het eerste hoofdstuk van het boek hangen en kwamen met standaardoplossingen die we zelf ook wel konden verzinnen. Lennard ging direct naar hoofdstuk 4 en 5. Hij keek naar het complete plaatje’, doelt Bertus op de samenwerking met rundveespecialist Lennard Zoet.
Vicieuze cirkel
Het eerste wat Lennard onderzocht was de weerstand van de koeien. Er bleek een seleniumtekort en de kuilen die gevoerd werden bleken niet van beste kwaliteit. ‘We hebben twee jaar op rij slechte voorjaarskuilen gehad. Uit de analyses leek het nog wel goed, maar de koeien konden er niets mee. Ze namen de kilogrammen droge stof niet op. Dan hebben ze dus minder energie en gaat de weerstand onderuit. Alle beestjes die dan op de loer liggen, krijgen ze te pakken’, verklaren de ondernemers de celgetalstijging. ‘Je zag aan de koeien dat ze zich niet lekker voelden. Ze herkauwden te weinig, waren sloom, gingen te weinig liggen en dan kom je in een vicieuze cirkel terecht. Het aantal subklinische mastitis steeg en er was geen duidelijke oorzaak voor te vinden. Er was geen peil op te trekken’, vult Egbert aan.
Mycotoxinen
Alles wees erop dat onzichtbare schimmels in de kuil gifstoffen produceerden, zogenaamde mycotoxinen, die de weerstand van de koeien geleidelijk onder druk zetten. Om de mycotoxinebelasting op het bedrijf aan te pakken vervingen Lennard en Bertus de bestaande mineralen door FarmPEQ Complete. Dit complete mineralenmengsel bevat een mycotoxinebinder die de aanwezige gifstoffen uit het rantsoen wegvangt. Het seleniumtekort wordt aangepakt door de aanwezige Sel-Plex in FarmPEQ Complete. Daarnaast bevat het organische sporenelementen die goed opneembaar zijn en levende gisten die het pensklimaat stabiliseren.
FarmPEQ Complete is een zeer compleet mineralenmengsel. Naast de levende gisten bevat het Sel-Plex,een organisch selenium ter ondersteuning van de vruchtbaarheid. Een toegevoegde mycotoxinebinder beschermt de dieren tegen de schadelijke effecten van mycotoxinen. Daarnaast is voor het verkrijgen van homogene mest in de put O2Akt toegevoegd. De weerstand wordt ondersteund door een groot aandeel organische, dus goed opneembare sporenelementen en vitaminen.
Snel schakelen
‘Qua mineralenvoorziening zaten we eerder wel goed, maar de koeien konden er niet zoveel mee. Nu voeren we organische mineralen die de koeien ook daadwerkelijk kunnen benutten’, vertelt Bertus. De verandering van het rantsoen resulteerde erin dat de koeien weer beter in hun vel kwamen. ‘Ze zijn beter op de mest, herkauwen goed en liggen meer. Als je nu op stal komt is er veel meer rust tussen de koeien’, aldus Egbert. De samenstelling van het rantsoen bepaalt Bertus samen met Lennard. ‘Het contact is heel nauw. We zitten met zijn allen in een appgroep en als ik wat in het rantsoen aanpas is iedereen direct op de hoogte. Ik app als ik weet dat ze tijd hebben, dan hebben we het snel geregeld. Dat werkt voor beide kanten prettig’, ervaart Lennard.
Vanuit veehouder denken in oplossing
Niet alleen het rantsoen werd aangepakt. Conceptspecialist uiergezondheid Arnold Kuiper bezocht het bedrijf om het hele melkprotocol en de melktechniek door te nemen. ‘Hij liet ons in onze waarde en dacht vanuit ons perspectief mee in een oplossing’, spreekt Egbert zijn waardering uit voor Arnolds aanpak. Inmiddels is het celgetal weer op een acceptabel niveau maar blijft er ruimte voor verbetering. ‘We kunnen Arnold nog een keer vragen tijdens het melken om te zien wat we daar nog kunnen aanpakken. Dan kunnen we ook nog wat dieper op de analyse van het celgetal ingaan’, stelt Lennard voor. De andere ondernemers knikken goedkeurend.
‘Hij liet ons in onze waarde en dacht vanuit ons perspectief mee in een oplossing’
- 350 melkkoeien
- 180 ha grond in gebruik